Voor alle ouders die vragen hebben over de opvoeding
van hun kind

0 tot 12 jaar

Zulk gedrag is typisch voor de peuterpuberteit! Op deze leeftijd gaan kinderen oefenen met dingen zelf doen, om de wereld te leren kennen, grenzen te ontdekken en zelfstandig te worden. De frustraties die erbij horen als iets niet lukt of mag, hebben een functie: daarmee ontwikkelt een kind doorzettingsvermogen om iets nieuws te leren. 
Frustraties en driftbuien zijn normaal in deze fase, maar voor ouders soms een uitdaging. Bij het Opvoedsteunpunt werken we dan, afhankelijk van de situatie en vraag, aan vaardigheden om met een driftbuien om te gaan of deze te voorkomen.

0 tot 12 jaar

Soms moet je kinderen nog helpen met spelen. Vraag wat zij willen doen, speel even mee en laat hen hierna zelfstandig spelen. Wees beschikbaar voor je kinderen (voor zover dit kan), dit zal hoogstwaarschijnlijk zorgen dat ze minder negatieve aandacht zoeken. Kinderen nemen veel van het gedrag uit hun omgeving over, en terugschreeuwen is dus geen goed voorbeeld. Het is belangrijk om je bewust te zijn van dat wat je zelf uitstraalt; probeer zelf tijdig op te laden, zodat je genoeg energie hebt.

0 tot 12 jaar

Veel kleuters hebben hun emoties nog niet helemaal onder controle. Het is belangrijk om te weten waar de boosheid vandaan komt: heeft een kind honger, is het overprikkeld en moe, of krijgt het (te) weinig begrenzing en regels? Je kan je kind hepen zodat het weer rustig wordt door te praten of te knuffelen, of het soms gewoon even te laten.

Er zijn leuke boekjes over het onderwerp boosheid bij de bibliotheek te krijgen. Vaak kan samen een boekje hierover lezen ook meer duidelijkheid voor zowel je kind als jouzelf geven.

0 tot 12 jaar

Peuters luisteren lang niet altijd en dat kan heel vermoeiend zijn. Hun interne geweten is nog niet zodanig ontwikkeld dat ze, ook al weten ze dat iets niet mag, het ook daadwerkelijk niet doen. Daarbij hebben ze voortdurend hulp nodig van hun omgeving. Hoe voorspelbaarder en duidelijker deze omgeving is, hoe gemakkelijker ze leren wat wel of niet kan of mag. Voor peuters is het heel belangrijk om een overzichtelijk en gestructureerd dagritme hebben, met veel herhalingen en uitleg van jouw kant. Dat vergroot het coöperatieve gedrag.

12 tot 18 jaar

Het is als ouder altijd even slikken als je kind ineens afstand van jou lijkt te nemen. Je puberkind is bezig zich los te maken en steeds meer een eigen identiteit te ontwikkelen, door zich tegen de omgeving af te zetten. Bedenk dus dat het weinig met jou te maken heeft. Besteed niet te veel aandacht aan de ‘schaamte’ maar toon interesse in de dingen die voor je kind leuk en belangrijk zijn. Dat is vaak ook een geschikte manier om (weer) in contact te komen.

12 tot 18 jaar

Jullie kind is lekker aan het puberen, waarbij het zijn eigen identiteit ontdekt en vormt. Dit gedrag hoort hier bij; aftasten en grenzen opzoeken. Van jullie zijn duidelijkheid en regels nodig. Deze regels kunnen jullie eventueel als gezin bespreken. Als iedereen in het gezin zich aan deze regels houdt, geeft dat je kind een gevoel van gelijkwaardigheid. Dat helpt ook bij het naleven van de regels.

Bij het Opvoedsteunpunt kunnen we nog meer tips geven, ook over bijvoorbeeld hoe mensen van buiten het gezin behulpzaam kunnen zijn in deze fase.

12 tot 18 jaar

Wat goed dat je kind een bijbaantje heeft! Het helpt om de waarde van geld te begrijpen en zorgt voor meer verantwoordelijkheidsgevoel. 
Ga het het gesprek aan rondom werk en uitgaven en doe dit op een geïnteresseerde wijze, zonder meteen een oordeel te hebben: hoe vind je je werk en collega’s? Spaar je ergens voor? Benoem dat je trots bent, maar benoem ook dat niet alles in één keer op hoeft. Bespreek bijvoorbeeld hoe het spaardoel bereikt kan worden door telkens een bedragje opzij te zetten en kijk samen regelmatig naar de voortgang.